A possible monument

Van oktober 2021 t/m eind mei 2022 heb ik in een hal van de voormalige drukkerij Roto-Smeets (Deventer) aan een installatie gewerkt. 22 mei 2022 was de openbare presentatie waarin ik samen met twee performances een drietal performances uitvoerde.

Met dank aan SVE group, Stichting Stokroos, DCC500 en Kunstenlab

De kasten, laden en platen afkomstig uit het gebouw waarmee ik de installatie heb gebouwd heb ik niet geconserveerd noch heb ik ze ingezet om het verleden op te poetsen of terug te halen. De kasten, laden en platen heb ik naar het ‘nu’ gesleept. Ik laat ze voor wat ze zijn in een nieuwe structuur, een nieuwe organisatie van stapelingen en schikkingen die zich voegen naar het grid van het gebouw waar het eindelijk, voor even dan, stil is.

Videoregistratie / Ronald de Ceuster / September 2022

A Possible Monument is een werk op basis van wederkerigheid. Wat Ronald aantreft, eigent hij toe en geeft hij terug. In zijn werk verhouden de objects trouvés zich opnieuw tot elkaar. Ogenschijnlijk willekeurig, maar tot in detail zorgvuldig gepositioneerd. Niet gedicteerd vanuit de functie, maar intuïtief vanuit de ziel van de plek. Als onderdeel van het kunstwerk zijn ze opeens confronterend. Wie de overweldigende ruimte betreedt, kan ze niet langer negeren, maar wordt gedwongen zich ertoe verhouden. Opeens krijgt niet het verleden, niet de toekomst, maar het nu betekenis. Niet geregisseerd of geënsceneerd ontvouwt zich op organische wijze een schouwspel.

Het werk van Ronald vraagt om aanwezig te zijn. Op de plek, in het hier en nu. Met wat het nu is. Ook zonder de geschiedenis van de plek te kennen, voel je de aanwezigheid van de ruimte, van het gebouw, van de installatie. Het nu krijgt betekenis, in vele gedaanten. Iedereen ondergaat het werk anders. De tijdelijke leegstand accentueert de kwaliteiten van het modernistische gebouw, licht, ruimtelijkheid, flexibiliteit. Het kunstwerk accentueert de tijdelijkheid en gebruikt de leegte als context. Het gaat in dialoog met de ruimte.

Astrid Aarsen. 

Een grote oude fabriekshal. Hoog. Leeg. Op een segment na, waar relatief badend in licht een opstelling is gemaakt van oude kasten en gebruikte materialen waarboven een aantal lichtgroene draadachtige gestalten dansen. Alles is oud. Draagt sporen van eerder gebruik, behalve die draadachtige groene gestalten.  Ik vraag of er een bepaalde richting is, een aanbevolen volgorde. Die is er niet. Het is juist de bedoeling dat ik er helemaal vrij in rond loop. Mijn blik en mijn voeten bewegen in een eerste verkenningstocht. Alles staat in duidelijk afgebakende losstaande groepjes in een soort blokken opgesteld. Je kunt overal tussendoor. Er is van alles te zien hoog laag links rechts. Maar kijken is maar een van de zintuigen die ik inzet, merk ik.  Ik ben minstens net zo veel aan het luisteren. En dat is opmerkelijk want er is geen geluid te horen. Maar ondergronds ergens hoor ik, terwijl het in werkelijkheid volkomen stil is, een onhoorbaar gezoem van activiteit waar dit alles de weerslag van is. Geen idee hoe ik daar bij kom.  En ik heb een onmiddellijke associatie. Het brein. Dit zou het brein kunnen zijn wat ik hier beleef. Als levend organisme. Het brein dat van alle kanten van alles binnen krijgt en verwerkt waarbij alles wat er ooit was mee doet in het spel. Maar niet koortsachtig, eerder als een soort gezoem. Iets wat in ieder van ons continu doorgaat, ook als die mens er zelf bewust helemaal niet mee bezig is.  De groene dansende vormen zouden dan output zijn, en ik zie ook allerlei residu die neergeslagen is om me heen. En ook een soort uitscheiding, wat overblijft als al het bruikbare er uit is gehaald.  

Er is veel herinnering hier. De plek zelf. De voorwerpen die hier actief gebruikt zijn ooit toen de drukkerij nog in bedrijf was. De kunstenaar heeft ze gevonden en opgesteld. Het is rijk aan zorgvuldig aangebrachte details waar werelden in te ontdekken zijn. Terwijl het totaalbeeld egaliseert, dempt. Stof. En ergens goud. Een rest van een van de performances die de kunstenaar hier heeft uitgevoerd als wezenlijk deel van het kunstwerk.  Want het was niet alleen de dingen. Er waren ook drie performers die daarbinnen iets deden wat het nog een nieuwe betekenislaag geeft. Maar daar ben ik niet bij geweest. Toen wist ik nog niet dat dit er was. En toen ineens, terwijl we over dit alles stonden te praten, zag ik het helemaal anders. Ineens moest ik ontzettend lachen omdat het ook een soort meubelwinkel was. Ideeën voor uw inrichting. Met knipoog en verrassende assessoires.  En pas op het allerlaatst viel mijn blik op het plafond en de muren van de hal waarin we stonden. Daar is veel intact gebleven: buizen, rails. Daar op plafond en muren, is het industriële vernuft nog te zien. En welft zich over de installatie heen. Maar de paadjes van de kunstenaar zijn heel anders dan zo’n buizenstelsel. Ze zijn open. Wat daar uitkomt, is telkens anders. Elk onderdeel is precies daar geplaatst waar het moet zijn, maar het zou ook met het grootste gemak ergens anders kunnen staan. Heel precies en helemaal open tegelijkertijd. Zeer zorgvuldig en totaal toevallig. A possible monument. 

Het is polair tegengesteld aan een industrieel proces. Het is een contrapunt.

Hilde Dorrestein

Hilde is verbonden aan het Eicas museum voor moderne non-figuratieve kunst, waar ze oa rondleidingen verzorgt.

Met de installatie, opgebouwd met materialen afkomstig uit het inmiddels leegstaande en half gesloopte gebouw, laat ik een mogelijkheid van een monument zien. De vele stapelingen van kasten, blokken et cetera in combinatie met het fotowerk laten zich associëren met een (verlaten) stad opgebouwd uit beelden die monumenten of tombes zouden kunnen zijn. Het beeld is een plek geworden tussen leven en dood, verleden en toekomst. Het materiaalgebruik en de compositie die zich laat leiden door de architectonische eigenschappen van het gebouw laten het beeld samenvallen met de ruimte die in transitie is. De materialen heb ik ontdaan van hun functie en hun eventuele anekdotische karakter.  Het is het beeld zelf dat betekenis geeft. De particuliere betekenisgeving maakt plaats voor een universele. De prozaïsche kenmerken en sporen van de concrete geschiedenis heb  ik ingeruild voor een poëtische beeldtaal. Het werk ademt zo speelsheid en vrijheid. Niets lijkt vast te staan, alles is beweeglijk. Als een vermoeden. 

Zonder mijn werk te willen ophangen aan actuele thema’s raakt het ze wel. De materialen uit de drukkerij zijn geleend. Op deze manier ga ik duurzaam met materiaal en ruimte om. Ik laat zien dat alles van waarde kan zijn waarbij ik mij verzet tegen hiërarchische structuren. Materialen laat ik beelden worden en andersom. Het ene beeld staat niet ten dienste van het andere. Het is een inclusieve manier van denken in mijn maakproces: alles doet er toe.

Ronald de Ceuster